In de zomer doe ik niets liever dan buiten eten. Een sfeervol gedekte tafel, kannen ijsgekoeld water met citroenpartjes en munt, witte wijn die we van op vakantie meebrachten, vrolijke papieren servetten en kleurrijke, lichte gerechten: ze maken voor mij van elke doordeweekse dag een feest. En die gerechten, dat hoeven helemaal geen culinaire hoogstandjes te zijn: met het beste van het seizoen maak je áltijd iets lekkers. En deze rode biet carpaccio is daar geen uitzondering op.
Rode bieten zijn het hele jaar door verkrijgbaar en erg veelzijdig. Zeker in deze periode van de vroege oogst liggen de rekken vol met veelkleurige bietjes met een zachtere textuur. Deze keer maak ik er een lekker lunchgerecht mee, dat ook perfect past bij een stukje kip op de barbecue. Het zíet er daarenboven prachtig uit, ook al heb je geen speciale vaardigheden nodig om dit bordje op tafel te zetten. Snijden, roeren, kruiden: meer komt er niet aan te pas.
Kies eens voor wat anders dan de standaard boterham tijdens de middag, of verhef je volgend tuinfeest tot een hoger niveau, door in plaats van de standaard geraspte wortelen deze carpaccio bij de barbecue te serveren: succes gegarandeerd!
Wat heb je nodig?
Voor 2 als lunch, of voor 4 als bijgerecht
200 g gekookte rode biet (ik nam baby-bietjes)
2 lente-uitjes
125 ml zure room
1 tl komijnpoeder
sap en rasp van 1 limoen
zout
zwarte peper van de molen & fleur de sel
olijfolie
blaadjes van een 5-tal takjes munt
Hoe ga je tewerk?
Snijd de bietjes in zo dun mogelijke plakken.
Leg dakpansgewijs op een mooi bord.
Snijd de lente-uitjes in dunne, schuine stukjes en verdeel over de bietjes.
Roer de zure room los met komijnpoeder en limoensap.
Proef en kruid bij met zout.
Lepel over de rode biet carpaccio.
Rasp er de limoenzeste over.
Bestrooi met peper en fleur de sel.
Druppel er wat van je beste olijfolie over.
Strooi er de muntblaadjes over.
Serveer de rode biet carpaccio met komijnroom.
Dat kan niet anders dan lekker zijn ! Morgen gaan we BBQ-en, ik denk dat ik het bijgerecht net heb gevonden ;-).
Ha, leuk Peggy! Laat het smaken!