Lasagne is een crowdpleaser. Zet het op tafel en iedereen likt zijn vingers af bij het laatste beetje saus. Dit is dan ook het ideale gerecht om moeilijke eters groenten en vis te doen eten!
Ik heb twee soorten groenten gebruikt deze keer, net omdat ze beiden zo fantastisch combineren met zalm. Ik heb ook twee soorten zalm gebruikt: verse en gerookte. Dat hoeft eigenlijk niet echt, maar de gerookte variant geeft wat extra diepgang aan de lasagne. Voor de bechamelsaus gebruikte ik een mengsel van visbouillon en geïnfuseerde melk: een combinatie die voor extra smaak zorgt. De lasagnebladen heb ik even voorgekookt, omdat ik vreesde dat mijn lasagne niet genoeg vocht zou hebben om ze te garen. Alhoewel je vrij veel bechamel gebruikt, heb je niet die mooie vochtigheid van tomaat uit de traditionele versie. En een bijkomend voordeel is dat voorgekookte bladeren makkelijker hanteerbaar zijn. Verse kan je ook gebruiken, die hoef je dan uiteraard niet voor te koken.
Ik weet dat de “resultaat”-foto niet zo mooi is, maar een lasagne laat zich nu eenmaal niet gemakkelijk snijden. Laat dat echter geen excuus zijn: de smaak is voortreffelijk!
Wat heb je nodig?
8-tal lasagnebladen (gedroogde die je voorkookt, of verse)
250 g verse zalmfilet
150 g gerookte zalm
Voor de bechamel
500 ml melk
500 ml visbouillon of -fumet
100 g boter
100 g bloem
een scheutje witte wijn
1 kruidnagel
1 sjalot
2 stengels bleekselder
10-tal zwarte peperbolletjes
een blaadje laurier (had ik zelf niet meer in huis)
tijm
bieslook
peper, zout en nootmuskaat
Voor de venkel
3 sjalotjes (ik heb ook wat restjes pijpajuin toegevoegd)
1 venkelknol
olijfolie
tijm
peper en zout
Voor de spinazie
300 g spinazie
1 teentje look
olijfolie
peper, zout en nootmuskaat
Hoe ga je tewerk?
Verwarm de oven voor op 200 °C.
Infuseer eerst en vooral de melk.
Giet de melk in een kom en voeg er de kruidnagel, grof gesneden sjalot en bleekselder, peperbolletjes, laurier en tijm aan toe.
Breng aan de kook.
Laat vijf minuutjes zachtjes pruttelen en zet het vuur dan uit.
Zeef net voor gebruik.
Snij de sjalot in ringen en de venkel in fijne schijven.
Verhit de olie in een pan.
Stoof er de sjalot en venkel op zacht vuur in aan tot deze licht beginnen te karameliseren en zoet smaken.
Kruid met peper, zout en tijm.
Verhit de olijfolie in een pan.
Pers het teentje look en voeg het samen met de spinazie toe.
Roer tot de spinazie geslonken is.
Kruid met peper, zout en nootmuskaat.
Maak tot slot de bechamel.
Smelt de boter in een kom.
Roer er de bloem door en laat even bakken tot het geheel naar koekjes begint te ruiken.
Blus met de witte wijn.
Leng aan met het mengsel van melk en visbouillon tot een redelijk dikke saus.
Snij de bieslook fijn en voeg deze aan de saus toe.
Kruid met peper, zout en nootmuskaat.
Schep een lepeltje saus op de bodem van een ovenschaal.
Leg er lasagnevellen op. Zorg dat ze elkaar zo weinig mogelijk overlappen.
Verdeel er de helft van de venkel over.
Leg er drie kwart van de verse zalm (in fijne reepjes) op.
Bedek met enkele lepels saus.
Leg er opnieuw lasagnevellen op.
Verdeel hierover de uitgeknepen spinazie.
Verdeel er drie kwart van de gerookte zalm over.
Bedek opnieuw met enkele lepels saus en een derde laag pasta.
Verdeel hierover de rest van de venkel, en de overgebleven verse en gerookte zalm.
Giet er de rest van de saus over.
Schuif de schaal twintig minuutjes in de oven.
Gisteren gemaakt, en meer dan lekker bevonden. Top gerechtje!
Dat is super leuk om te lezen, blij dat het gesmaakt heeft Sonja!