Nog een laatste feestrecept, om het af te leren! En het doet mij toch wat vergeten welk misbaksel ik vandaag op tafel gezet heb. Note to self: laat geen gerookte zalm meekoken in een saus, of je hebt iets dat nog zouter is dan de zee waarin die vis een tijdje geleden nog zorgeloos aan het ronddobberen was: totaal oneetbaar dus.
Elk jaar, rond de kerstperiode, krijgen we bezoek van “internationale” vrienden. Klinkt indrukwekkend, nietwaar?! Eigenlijk gaat het om één van mijn beste vriendinnen (een Vlaamse), van “way back when”, en haar man. Ze werkt bij een niet nader gedefinieerde autoconstructeur, en heeft op die manier een leuke Scandinavische man leren kennen. Van het een komt het ander, en nu wonen ze dus in het land van köttbullar en bekende meubelketens!
Alhoewel we elkaar niet veel zien – meestal beperken de ontmoetingen zich tot een etentje tussen de feestdagen door – is het toch altijd een heel gezellig weerzien. We blijken steeds weer dezelfde interesses te hebben – bakken, reizen, culinair genieten… Een etentje koken voor hen is dus altijd leuk. Als ik weet dat er gastronomen aan de tafel aanschuiven, heb ik zin om alle registers open te trekken. En zo dus ook deze keer, met het hapje van gevulde champignons, het voorgerecht van coquilles, en dit hoofdgerecht met varkenshaasje en saus van boschampignons.
Het gerecht is gebaseerd op een recept uit Libelle Lekker van december, maar ik heb het wel wat aangepast naar eigen smaak. Het is niet moeilijk, en kan grotendeels vooraf voorbereid worden. Op het moment zelf moest ik enkel nog het vlees bakken, de saus en de boontjes opwarmen en de rösti’s in de oven steken. Light is dit recept niet, maar ook niet superzwaar. Het past dus wel in een menuutje. Ik heb een varkenshaasje van de boer, en eentje van de delhaize gebruikt, en ik moet zeggen: de vooroordelen kloppen helemaal, de boer is nog altijd het lekkerst (of klinkt dat nu totaal fout…).
Wat heb je nodig?
700 g varkenshaasje
12 diepvriesrösti’s
boter
peper en zout
Voor de saus
500 g boschampignons, grof versneden
1 teentje look, geperst
3 sjalotten, gesnipperd
50 ml cognac
50 ml kippenbouillon
250 ml room
olijfolie
boter
peper en zout
dragon
Voor de boontjes met grisoncrumble
enkele plakjes grisonvlees (kan ev. ook met bacon)
750 g boontjes
2 sjalotten, gesnipperd
boter
peper en zout
Hoe ga je tewerk?
Maak eerst de saus.
Verwarm de olijfolie in een sauteuse en bak er de champignons in aan.
Voeg er de look, sjalot en een klontje boter aan toe en stoof even mee.
Blus met cognac en kippenbouillon en laat bijna volledig verdampen.
Giet er de room bij en laat even inkoken.
Werk af met peper en zout en gesnipperde dragon.
Blancheer intussen de boontjes.
Spoel onmiddellijk onder koud water.
Snijd ze in kleine stukjes. Fruit de sjalotjes aan in een beetje boter.
Als ze beginnen te bruinen, voeg je er de boontjes aan toe.
Warm goed door en kruid bij met peper en zout.
Snij het grisonvlees fijn.
Verwarm een pan met antiaanbaklaag op hoog vuur. Bak er de snippers grison in aan, zonder vetstof, tot ze knapperig zijn.
Laat uitlekken op een keukenpapiertje.
Bak de rösti’s volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Kruid de varkenshaasjes met peper en zout en bak ze in een pan met boter langs alle kanten bruin.
Zet het vuur lager en laat nog even (10-tal minuutjes, afhankelijk van de dikte van het vlees) verder garen. Laat daarna 10 minuten rusten onder aluminiumfolie.
Snij het vlees in plakjes.
0 reacties