De voedselproductie houdt mij bezig. Ik kook graag, maar het moet wel met “goeie” producten zijn. Wat heeft het voor zin om elke dag koteletten van 1 euro te kopen, als ze zo droog als een schoenzool zijn. Of worsten uit den aldi, waarvan heel je keuken ondergespat is, omdat er zoveel vet en water in zit (meestal omgekeerd evenredig met de smaak). Er zijn genoeg mensen die beweren dat dit vlees net hetzelfde smaakt als een mooie varkenskroon van de bio-planet. Maar voor mij werkt het niet. En toen ik een paar weken terug een artikel uit The Guardian over de vleesproductie las, had ik er eigenlijk wel mijn buik van vol (pun intended). Lees het artikel en oordeel zelf…
Sindsdien proberen we minder vlees te eten, en als we vlees eten, moet het “goed” vlees zijn, rechtstreeks van de boerderij via de Voedselteams, of bio uit de supermarkt. Het is misschien wat duurder, maar als je bewust minder vlees eet, weegt het op het einde van de maand niet méér door in de portemonnee.
Vandaag hebben we nog eens een veggie gerechtje op het menu gezet. Het komt uit Veg van Hugh Fearnley-Whittingstall van River Cottage, een prachtig boek: mooi uitgegeven, smakelijke foto’s en duidelijke recepten. We – dat zijn mijn mama en ik – kozen voor de lasagne met pompoen en venkel, en wel om drie redenen. Eén: in de ouderlijke tuin staan heerlijke, pronte venkelknollen, twee: de ouderlijke tuin staat ook vol pompeuze pompoenen, drie: ik heb dit recept al eens uitgeprobeerd en vond het héérlijk.
Op zich is er absoluut niks moeilijk aan, maar je hebt wel een beetje tijd, zoals een luie zaterdagnamiddag in de keuken, nodig.
Je begint met een theetje te trekken van een stengel bleekselder, enkele zwarte peperkorrels, een grof gesneden ui en twee blaadjes laurier in melk: even laten opkoken, van het vuur nemen en laten trekken.
Je gaat verder met de pompoen (+/- 1 kg): je schilt hem en snijdt hem in blokjes. Die meng je met een royale hoeveelheid olijfolie, wat zeezout en versgemalen zwarte peper, en zet je dan ongeveer een half uur in een oven van 180 °C. De pompoen is klaar als hij goudbruine randjes heeft en zacht aanvoelt. Je neemt de groenten uit de oven en schept er wat fijngesneden blaadjes tijm en een geperst teentje look door.
Voor de venkel snijd je een drietal knollen in dunne plakken, die je op zacht vuur aanstooft tot ze lichtjes gekarameliseerd zijn (duurt minstens een kwartier).
Nu kan je verdergaan met de bechamelsaus: je maakt een warme roux van 50 g boter en evenveel bloem. Eens je roux de geur van versgebakken koekjes krijgt, voeg je er de gezeefde melk aan toe en verwarm je de saus al roerend tot licht gebonden. Je voegt er wat dijonmosterd (naar smaak, wij namen vier koffielepels) aan toe, en kruidt de saus goed af.
Verdeel een derde van de saus over de bodem van een ovenschotel en bedek met lasagnevellen. Hierover stort je alle pompoen uit en nog eens een derde van de saus. Ook deze laag dek je volledig af met lasagnevellen. Hierop leg je de venkelplakjes, en verdeel je 150 g geitenkaas (of voor de liefhebbers: blauwe kaas). Je giet er de rest van de saus over, en raspt er een beetje parmesaan bij als topping. De lasagne mag nu een half uurtje in een oven van 180 °C, voor je aan tafel gaat.
Wat je op je bord krijgt, is met niets te vergelijken. De smaak is kruidig, aards, herfstig en toch fris door de venkel. De zoete geitenkaas countert de bittere kruidigheid van de pompoen perfect. Mij mogen ze zoiets in elk geval dagelijks voorschotelen…
Heb dit recept vanavond gemaakt, echt n super lekker herfstgerecht! Wel niet echt iets voor op n weekavond gezien je er toch effe mee bezig bent, maar het was de moeite:-) yummie!
Inderdaad, echt heel lekker hé! Het zal hier deze herfst nog wel een paar keer op het menu staan! 🙂