Ik vind het zelf absurd als ik er zo over nadenk, maar het is nu kwart na tien ’s avonds op een doordeweekse donderdag, en in mijn oven staat een taart te bakken… Waar is het toch met mij fout gelopen? Waarschijnlijk toen mijn zus en ik ons eerste kinderkookboek kregen, en we gingen experimenteren met het recept voor chocolademousse. Of toen onze “tatan” ons op zesjarige leeftijd meetuigde naar een chic gastronomisch restaurant om er oesters en kikkerbillen te proeven. Of misschien wel toen ik voor het eerst Jamie op tv zijn spontane “Naked Chef” zag wezen, en ik besefte dat koken eigenlijk wel een beetje “rock-and-roll” is.
Als ik er zo bij nadenk, zijn er 1001 redenen waarom ik nu dag en nacht aan koken denk. Maar de belangrijkste zal wel zijn dat ik gewoon ongelooflijk graag eet… Een simpele worst met puree, maar ook een exotische maaltijd op reis, of een uitgekiend gerecht met coquilles en kalfszwezerik in een brasserie met een notering in Gault Millau.
De directe aanleiding voor deze avondlijke taart is trouwens mijn terughoudendheid om iets weg te gooien. Ik had nog een vijftal peren liggen die dringend verwerkt moesten worden. En toen ik dit recept van The River Cottage tegenkwam op het internet, was het rekensommetje snel gemaakt: laat ik dat gewoon even bakken!
Toen ik halfweg het recept was, merkte ik dat mijn peren toch iets minder bruikbaar waren dan gedacht, en moest ik er alsnog enkele in de vuilbak gooien. Ik heb daarom ook wat appels toegevoegd, dat leek mij ook wel een goed idee, al passen ze misschien minder bij de chocolade en beter bij bijvoorbeeld een extra snuifje kaneel.
Ik heb het recept ook op andere plaatsen aangepast, gewoon omdat ik er zin in had, en voor sommige ingrediënten omdat ik ze simpelweg niet in huis had.
Je kan best beginnen met het fruit. Je snijdt 4 peren in kwartjes (of evenveel appels in acht partjes). In een kommetje op zacht vuur smelt je 20 g boter met twee eetlepels donkerbruine (ik gebruikte muscovado) suiker en je voegt er rasp en sap van één clementine aan toe.
Eens de suiker gesmolten is en je een mooie caramel krijgt, leg je er de partjes peer en/of appel in.
Je laat ze op een zacht vuurtje garen, terwijl je ze nu en dan omroert.
Voor het cakebeslag roer je 50 g gemalen amandelen, 50 g gemalen hazelnoten, 25 g cacao en 100 g zelfrijzende bloem door elkaar.
In een andere kom meng je 75 g boter op kamertemperatuur, 75 g kokosolie en 150 g suiker (ik gebruikte een mengsel van rietsuiker, lichtbruine suiker en good-old kristalsuiker). Je klopt het geheel licht en “fluffy” met de mixer.
Dan voeg je twee eieren toe, één voor één en met telkens een lepeltje van het bloemmengsel. Nadien spatel je er de rest van het bloemmengsel door. Je krijgt nu een vrij zwaar beslag. Voeg een beetje (ongeveer 2 eetlepels) melk toe tot je beslag een beetje vloeibaarder wordt (zelfde consistentie als cakebeslag).
Je bebotert een springvorm van 20 cm diameter en bekleedt hem met bakpapier. Je giet het beslag erin en belegt het geheel met het fruit. Giet er tot slot de siroop van de peren en appels over, en bak de cake 40 minuten op 170 °C.
Over de smaak kan ik voorlopig nog niet veel zeggen, hij staat tenslotte nog in de oven. Maar ik zal hier een lijntje (en een fotootje) toevoegen eens ik geproefd heb!
Update 25 oktober:
What can I say… HEAVEN is the right word! Ja, echt waar, de taart is héérlijk! Voor een perfecte match had ananas misschien beter geweest, maar met appel en peer smaakt het toch ook! Volgende keer zou ik het geheel alleen met boter maken en peren toevoegen, ofwel alleen kokosolie gebruiken, maar ananas, gepocheerd in een rumsiroopje toevoegen. Weeral ideetjes voor een volgend bakavontuur! 🙂
0 reacties