• Verwarm de oven voor op 200 °C.
• Steek 6 rondjes (mijn uitsteker had een diameter van 10 cm) uit het bladerdeeg met een uitsteker en prik ze in met een vork. Als je geen uitsteker hebt, kan je een klein kommetje of een breed glas gebruiken.
  
• Beboter een bakpapier rijkelijk en bestuif met de vanillesuiker.
• Leg er de bladerdeegrondjes op.

Voor de appels.

• Smelt boter samen met vanillesuiker en calvados op zacht vuur.
• Laat een minuutje doorkoken en neem van het vuur.
• Laat afkoelen tot kamertemperatuur.
• Schil de appels, verwijder het klokhuis, en snijd in niet te dunne plakjes (+/- 0,5 cm). Zo behoud je taartje nog wat beet.
  
• Kwast het bladerdeeg in met het boter-calvadosmengsel.
• Beleg met appelschijfjes.
• Kwast nogmaals in.
• Schuif de bakplaat in de oven en bak de taartjes in 30 minuten goudbruin. Houd ze in het oog: sommige ovens zijn wat warmer, waardoor de taartjes sneller klaar zullen zijn. Begin dus met de timer op 20 minuten, en check regelmatig.
• Neem uit de oven, kwast nogmaals in met de rest van het botermengsel en laat afkoelen.

Afwerking.

• Meng de crème d’Isigny met de vanillezaadjes.
• Lepel op de taartjes.
• Serveer de Normandische appeltaartjes met vanilleroom.